VisitMons Logo
DoudouOswald Tlr.

De Doudou

Het is in Mons wat carnaval is in Rio.

De Ducasse, het volksfeest van Mons

De Doudou, de rituele ducasse van Mons, wordt sinds 2005 erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed door de UNESCO.

Elk jaar tijdens het drie-eenheidsweekend leeft Mons op de tonen van de Doudou. De festiviteiten - waarvan er sommige dateren van de 14e eeuw - worden bijgewoond door duizenden nieuwsgierigen en inwoners.

De afneming van het schrijn van de Heilige Waltrudis, de Processie en de beklimming met de ‘Car d’Or’-praalwagen, en het zogenaamde Lumeçon-gevecht ... Heel wat sterke momenten die veel volk op de been brengen.

Te ontdekken

Rond de Doudou

doudouvisitMons_GrégoryMathelot
combatvisitMons_GrégoryMathelot
descente_chassevisitMons_GrégoryMathelot
processionVille de Mons_Oswald Tlr.
doudou
Descente_Châsse_MonsvisitMons_GrégoryMathelot

Erkenning van de Rituele Ducasse van Bergen (2005)

"Onder immaterieel erfgoed verstaan we: de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis en vaardigheden – evenals de daarmee verbonden instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes – die gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individuen erkennen als onderdeel van hun cultureel erfgoed. Dit immateriële culturele erfgoed wordt van generatie op generatie doorgegeven en voortdurend opnieuw gecreëerd door gemeenschappen en groepen in relatie tot hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis. Het geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit en draagt zo bij aan het bevorderen van respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit."

Artikel 2 des Übereinkommens zur Bewahrung des immateriellen Kulturerbes

combatvisitMons_GregoryMathelot

Een Eeuwenoude Traditie Erkend door UNESCO

Sinds 2005 is de Rituele Ducasse van Bergen, algemeen bekend als Le Doudou, erkend door UNESCO. Dit evenement, dat door de eeuwen heen is geëvolueerd, vindt zijn oorsprong in de 14e eeuw in Bergen, via de Broederschap van Monseigneur Sint-Joris, die de relieken van de heilige door de stad droeg en het gevecht tegen de draak naspeelde, gebaseerd op De Gouden Legende, een verhaal van Jacobus de Voragine (13e eeuw).

Na deze erkenning ontstond het idee om een interpretatiecentrum op te richten, gewijd aan Sint-Joris en de Draak.

Bij hun bezoek in 2005 benadrukten de UNESCO-ambassadeurs verschillende specifieke elementen van de Rituele Ducasse van Bergen, die bijdroegen aan het erkenningsdossier.

  • De plechtige ceremonie van de afdaling van de schrijn van Sint-Waltrudis op zaterdagavond, waarbij het publiek in eerbiedige stilte toekijkt, gevolgd door applaus en emotionele gezichten wanneer de klanken van Le Doudou weerklinken in de collegiale kerk. Op het einde van de ceremonie raken handen en zakdoeken de schrijn van de heilige aan, als een kruising tussen geloof en rituele heiligheid.
  • Het enthousiasme en de actieve deelname van het publiek, vooral tijdens het gevecht (het bemachtigen van een gelukbrengend paardenhaar) en bij het opduwen van de Car d’Or op de steile helling van de Sint-Waltrudisrampe. De massa duwt samen in één krachtige beweging de barokke praalwagen die zijn processionele route voltooit.
  • De inzet van honderden vrijwilligers die zich het hele jaar door inzetten voor de Ducasse. Dit omvat het maken van kostuums, coördinatievergaderingen en organisatie, goed voor duizenden uren werk, grotendeels gedragen door vrijwilligers.
  • De intergenerationele overdracht van dit immateriële erfgoed, dat sinds de 14e eeuw voornamelijk mondeling wordt doorgegeven. Pas in de 20e eeuw werd een eerste geschreven scenario van het gevecht opgesteld door Gaston Talaupe (1914). Vandaag wordt deze traditie levend gehouden door de handelingen die Bergenaren, van grootouders tot kinderen, delen tijdens het Triniteitsweekend. Daarnaast wordt een kinderversie van het gevecht opgevoerd door en voor kinderen op de zondag na Drievuldigheidszondag.
  • De collectieve erkenning van de Rituele Ducasse binnen de UNESCO-inschrijving "Reuzen en Processiedraken van België en Frankrijk", samen met de Reuzen van Aat, de Meyboom in Brussel en de Ommegangen van Dendermonde en Mechelen.
Petit LumeçonOswald Tlr.

De Kleine Lumeçon: De Kern van de Overdracht

Het zogenaamde 'Lumeçon-gevecht' wordt jaarlijks nagespeeld door duizenden kinderen (max. 3300), waarvan de jongsten amper vier jaar oud zijn, op de zondag na Drievuldigheidszondag.

De 90 jonge acteurs, in alle rollen, zijn tussen de 11 en 13 jaar oud. Dit is een uniek immaterieel erfgoed, uitgevoerd door kinderen, voor kinderen. Elk jaar worden de deelnemers geselecteerd uit leerlingen van het zesde leerjaar, die zich hiervoor kandidaat hebben gesteld. De kinderen bootsen nauwkeurig de gebaren van de volwassen acteurs na en dragen identieke kostuums, die met evenveel zorg en vakmanschap zijn gemaakt.

Bij het touw worden de kinderen begeleid door de volwassen acteurs, wat zorgt voor een echte mondelinge overdracht van het erfgoed.

De kleine Lumeçon vond vroeger plaats op de woensdag na Drievuldigheidszondag in het Waux-Hallpark, aan de poorten van de stad. De arena van het kindergevecht is identiek aan die van de grote versie, inclusief het kioskdecor. Het spel verloopt op dezelfde manier, met een identiek scenario, dezelfde gebaren en exact gereproduceerde spelfasen.

Op scène verschijnen onder meer:

  • een kleine draak gedragen door witte mannen, waarvan de staart wordt ondersteund door kleine Homme de Feuilles
  • kleine duivels
  • kleine Chins-Chins
  • een kleine Cybèle, Poliade en vlaggendraagsters
  • kleine brandweerlieden, politieagenten en blaasbalgendragers