
George Edwin Ellison
Geboren in York op 10 augustus 1878. Heel jong trad hij toe tot het leger als 'regular', maar hij verliet het in 1912 toen hij met Hannah Maria BURGAN trouwde en mijnwerker werd. Uit hun huwelijk werd een zoon geboren, James Cornelius ELLISON, op 16 november 1913.
Hij werd opgeroepen tijdens de mobilisatie en voegde zich bij het 5e Royal Irish Lancers Regiment met het nummer L/12643. Zijn regiment maakte deel uit van de 3e Cavaleriebrigade, onder bevel van Generaal Gough.
Met zijn regiment nam hij deel aan het volledige conflict en maakte hij alle soorten gevechten mee: de bewegingsoorlog, de modderige loopgraven, de gasaanvallen en de opkomst van de tanks. De eerste actie vond plaats in Mons in augustus 1914, gevolgd door de terugtocht met de gevechten bij Cateau en de Marne. In deze tijd zouden de 3e, 4e en 5e Cavaleriebrigades de 2e Cavaleriedivisie vormen, onder bevel van Generaal Gough. Daarna zouden de gevechten elkaar opvolgen: de verovering van het klooster op de Mont des Cats in oktober 1914, de eerste Slag bij Ypres. Gedurende 1915, Ypres en Loos.
In 1917, van april tot 20 mei, de verovering van de boerderij Gillemont (dichtbij Vendhuile), gevolgd door de gevechten in november bij het Bos van Bourlon (waar het regiment zijn eerste Victoria Cross behaalde: private George William CLARE) en tenslotte de verovering van Cambrai.
In 1918 volgden Saint-Quentin, het Kanaal van de Noord en de doorbraak van de Hindenburglijn, gevolgd door de Honderd Dagen tot aan Mons.
Het C-squadron, onder bevel van kapitein Batten Pool (waar Ellison deel van uitmaakt), wordt onder de bevelen geplaatst van de 6e Canadese Brigade. Op 11 november 1918, om 3.00 uur, vertrekt het richting Hyon waar het zich splitst. Twee pelotons onder leiding van luitenant Biggs, die via de plaats 'Malplaquet' gaan, trekken naar het bos van Havré, waar ze welkom worden geheten met mitrailleurvuur. Een andere patrouille wordt naar het uiterste noorden van het bos gestuurd om te proberen het kanaal te bereiken. Deze patrouille spotte Duitse fietsers en na zich een weg door het bos te hebben gebaand, werden ze verwelkomd met mitrailleurvuur. Luitenant Biggs probeerde de mitrailleur te veroveren, maar faalde. Het is 9.30 uur, de patrouille verlaat het bos om plaats te maken voor de infanterie. Op dat moment klinkt een schot. Ellison, geraakt, valt van zijn paard. Hij is ter plekke gedood! Hij, die als door een wonder geen enkele verwonding had opgelopen tijdens de hele oorlog...
Hij werd begraven op de militaire begraafplaats van Saint-Symphorien.


